Van 22 tot 26 september 2025 is de Week tegen Pesten. In het kader van deze week hebben we onze anti-pestcoördinator Debby van den Hout geïnterviewd. Het uitgewerkte interview vindt u hieronder:
“Pesten gaat nooit vanzelf over”
Dat stille kind in de klas dat altijd als laatste gekozen wordt of die ene leerling die keer op keer het doelwit is van nare opmerkingen. Pesten kent vele vormen, zo vertelt Debby van den Hout. Vanuit haar rol als antipestcoördinator ziet ze van dichtbij wat pesten met leerlingen en hun omgeving doet. Haar boodschap: wees áltijd alert, want pesten gebeurt vaker dan we denken en gaat nooit vanzelf over.
Van den Hout is ruim vijf jaar actief als antipestcoördinator bij het Beatrix College. In die rol is ze onderdeel van het ondersteuningsteam op school en geeft ze onder andere vorm aan het antipestbeleid. Daarnaast staat ze dicht bij de leerlingen: ze begeleidt zowel de gepeste leerling als de pester en helpt hen samen een oplossing te vinden.
Pestgedrag is, jammer genoeg, nog altijd onlosmakelijk verbonden met de middelbare school. Hoe komt dat?
“Tijdens de eerste drie jaren op de middelbare school zijn leerlingen bezig met het ontwikkelen van hun eigen identiteit. Ze gaan daarbij op zoek naar wie ze zijn en waar ze staan binnen de school en klas. Kledingstijl is daar een goed voorbeeld van. Wat heb ik aan? Wat heb jij aan? En bij welk groepje hoor je dan? Wie daar vervolgens buiten valt, kan te maken krijgen met pestgedrag.”
En wat versta jij onder pestgedrag?
“Leerlingen nooit mee laten doen: uitsluiting. Nare opmerkingen maken over de geaardheid of afkomst van de leerling: discriminatie. Leerlingen duwen of laten struikelen: fysiek pesten. Op het moment dat dit gedrag twee tot drie maanden duurt, dan hebben we het over pesten.”
Anders dan voorheen speelt het leven van leerlingen zich nu veel online af. Heeft dat invloed op het pestgedrag?
“Als je vroeger te maken kreeg met pesten, ging je aan het eind van de schooldag naar huis en had je ‘rust’. Nu is dat anders omdat het pesten online verder kan gaan. Bijvoorbeeld met het ongewenst delen van foto’s op social media of het maken van rare stickers van elkaar in WhatsApp-groepen. Daardoor is de gepeste leerling nergens meer veilig is, ook thuis niet. Wat verder opvalt, is dat leerlingen online veel meer durven zeggen en ook denken dat dat een ander geen pijn kan doen. Maar dat doet het dus wel degelijk. Beeld je maar in dat je s ’avonds op je kamer zit en van alles naar je hoofd krijgt geslingerd, zónder dat je iemands gezichtsuitdrukking kunt zien.”
Wat kunnen leerlingen doen als ze worden gepest?
“Leerlingen kunnen zich melden bij hun coach, het eerste aanspreekpunt. Hebben ze het idee dat ze daar niet goed terechtkunnen, dan kunnen ze naar de vertrouwenspersonen of mij als antipestcoördinator gaan. Wat ik daarbij wel wil zeggen, is dat leerlingen en hun ouders moeten weten dat álle volwassenen binnen het Beatrix College pesten afkeuren. Dus heb jij als een leerling een goede band met de docent Nederlands, de mentor van vorig jaar of de conciërge, ga dan vooral naar hen toe. Want het allerbelangrijkste is dat je pesten kenbaar maakt, het bespreekbaar maakt, zodat we je kunnen helpen.”
Wat gebeurt er na het maken van een pestmelding?
“Zodra een melding binnenkomt, gaan we eerst met de gepeste leerling in gesprek, vervolgens gaan we met de pester in gesprek. We zullen altijd streven naar een herstelgesprek tussen de gepeste leerling en de pester. De belangrijkste afspraak in zo’n gesprek is dat het pesten direct stopt en dat daar duidelijke afspraken over worden gemaakt. Soms beseft de leerling niet dat zijn gedrag onder pesten valt. Zo was er ooit een groepje jongens dat dacht een klasgenoot alleen maar te plagen. Na de melding over pesten en een gesprek werden ze zich bewust dat het als pesten werd ervaren en zijn meteen gestopt met hun acties naar de klasgenoot. Daarom krijgt de pester bij ons altijd de kans en het vertrouwen om zijn gedrag te verbeteren. Daarnaast gaan de pester en de gepeste leerling meerdere keren samen in gesprek gedurende een afgesproken periode, waarbij we vragen hoe zij de situatie op dat moment ervaren. Zo ontstaat een open sfeer en begrip. In de gevallen waarbij het pestgedrag blijft doorgaan, betrekken we de ouders en zoeken we samen naar een oplossing.”
Welke maatregelen neemt de school om pesten te voorkomen?
We hebben op school een anti-pestbeleid. We gaan veel met leerlingen in gesprek over pestgedrag en zetten we in op het creëren van een veilige, fijne band tussen leerling en de coach. Daarnaast surveilleren we veel in de pauzes, zodat er eigenlijk altijd een volwassene in de buurt van de leerlingen is.”
Het is de Week tegen Pesten met als thema ‘Kijk ’s door een andere bril en zie: je klas is een team’, waarom is dat belangrijk?
“Het thema richt zich op groepsvorming en dat past goed bij het begin van het schooljaar. Want juist dán ontstaan nieuwe groepen. Daarnaast zorgt een fijne groep voor een veilig gevoel waarin persten minder voor zal komen”
Tot slot: wat was voor jou écht een succesverhaal?
“Mijn succesverhaal is het dat het kenbaar maken van en het aandacht geven aan pestgedrag echt goed werkt. De meeste situaties waarbij we moeten ingrijpen, lossen we op. En ik ken echt heel weinig gevallen waarbij het pesten niet is gestopt.”